Altynghe/Alting

Buurtschap, gelegen ten noordoosten van Beilen, tussen de Beilerstroom, de spoorlijn Groningen-Zwolle en de autosnelweg N381 (Drachten-Emmen).

In 1284 wordt de buurtschap  genoemd, toen vermeld als Altinghen

In 1372 komt de spelling Altynghe voor, in 1377 als Altinghe. In 1781 komt voor het eerst de spelling Alting voor maar van 1851 tot en met 1855 werd het geduid als Aalling. De betekenis is bij de lieden van alte.

In 1840 omvatte de buurtschap zes huizen. In de twintigste eeuw groeide de buurtschap verder uit. Alting valt formeel onder het dorp Beilen. Het behoorde ook tot 1998 bij de gemeente Beilen, totdat deze opging in de gemeente Middenveld (die vanaf 2000 Midden-Drenthe is gaan heten).

Ten noorden van Alting ligt een kleine es. Hierdoor was er nauwelijks mogelijkheid tot uitbreiding van het aantal boerderijen. De Altinger boeren hadden akkers op de Klateringer Es ten noorden van Klatering, waar ook de Klateringer boeren hun bouwgrond hadden. De buurtschap kende lang slechts vier  volle boerenerven. Bij de markescheiding van omstreeks 1844 omvatte de marke 3½ waardelen.

In 1866 werden de waterschappen Alting en Altinger- en Klateringerweiden opgericht. Het bevloeiingswaterschap Altinge was slechts 40 ha groot en zou lange tijd het kleinste waterschap in Drenthe blijven. Het wekt verwondering dat gelijktijdig over de ernaast gelegen gronden eveneens een waterschap van zulke kleine afmetingen werd opgericht, namelijk het waterschap Altinger- en Klateringerweiden. De verklaring hiervoor zal moeten worden gezocht in de omstandigheid, dat het laatste waterschap geen bevloeiingswaterschap was.